Wormen zijn parasieten die in de darmen van de hond leven en hem ernstig ziek kunnen maken. De klachten variëren van steeds terugkerende diarree tot een algemeen slechte conditie. Honden kunnen met wormen besmet worden door vlooien en luizen, andere besmettingswegen zoals de bodem, het water of het eten van besmet voedsel. De belangrijkste wormen zijn rondwormen (spoelwormen, haakwormen, zweepwormen en hartwormen) en lintwormen.
Spoelwormen zijn witte tot roodgele, ronde wormen met een lengte van 5-18 cm. Ze leven vrij in de dunne darm en voeden zich met het daar aanwezige voedsel. Hun eieren komen met de ontlasting naar buiten en worden door dezelfde hond (via de bek door likken aan de anus) of een andere hond (likken aan met eieren besmet gras) opgenomen. De larven trekken vanuit de darmen via de lever naar de longen. Via de longaders belanden ze in het hart en met de grote bloedsomloop worden ze zo over allerlei organen verspreid (spieren, nieren, hersenen, lever en longen). Daar kapselen ze zich in en kunnen maandenlang in leven blijven.
Een zware spoelwormbesmetting kan voor jonge honden dodelijk zijn. Als een massa wormen de darm verstopt kan deze scheuren. Bij verstopping van het galkanaal kan geelzucht ontstaan. Rondtrekkende larven tasten lever en longen aan, en kunnen in de hersenen allerlei zenuwstoornissen veroorzaken. Ook mensen (en vooral kinderen) kunnen een spoelworm-besmetting oplopen. De symptomen zijn:
Reden te meer om uw hond goed tegen spoelwormen te behandelen.
Haakwormen komen met name voor in de subtropische gebieden (zoals Zuid-Europa), maar ook in Nederland worden ze steeds meer aangetroffen. Larven dringen via de huid of slijmvliezen het dier binnen. Besmetting van puppy’s en kittens geschiedt ook via de moedermelk. In de dunne darm veroorzaken zij kleine bloedende wondjes, die in ernstige gevallen kunnen leiden tot heftige diarree en bloedarmoede bij uw huisdier. Ook mensen kunnen worden besmet via huidcontact met larven op het strand of op vochtige grond, waarbij sterk jeukende ontstekingen het gevolg kunnen zijn.
Zoals de naam al zegt, heeft de zweepworm de vorm van een zweep: het voorste deel is draadvormig en het achterste deel kort en dik. Het dunne deel ligt ingebed in het slijmvlies van de dikke darm of de blindedarm, het achterste deel hangt vrij in de darmholte. Besmetting met zweepwormen kan plaatsvinden zonder dat uw hond er meteen ziek van wordt. Bij zware infecties ontstaat bloederige diarree, soms vermagering en bloedarmoede. Deze worm is niet besmettelijk voor de mens.
De hartworm komt in warme gebieden voor. Vroeger op veilige afstand, maar het besmettingsgebied van de hartworm breidt zich geleidelijk uit. Deze worm wordt overgebracht door stekende muggen. Wanneer een mug de hond of kat steekt worden besmettelijke larven van de hartworm in de huid gebracht. De volwassen hartwormen nestelen zich in longvaten in het rechterhart waar ze voor heel veel problemen kunnen zorgen. Bij zware infecties kunnen hart- en longproblemen optreden met de dood tot gevolg.
Reist u met uw hond naar midden- of zuid-Europa, dan kunt u uw hond beschermen tegen hartworm door hem bij thuiskomst en een maand later te behandelen met de juiste ontwormingstabletten. Bij verblijf langer dan een maand in het buitenland moet de hond maandelijks behandeld worden. Voor meer informatie over reizen met uw hond klik hier.
Lintwormen komen zowel bij honden als bij katten voor. Zij worden altijd via tussengastheren overgedragen. Dus een hond kan besmet raken door het eten van bijvoorbeeld muizen, vogels, rauw vlees en vlooien. Na besmetting kunnen lintwormen een ontsteking van de darm en braken of diarree veroorzaken, hoofdzakelijk bij jonge of ondervoede dieren. Mensen kunnen ook met lintworm besmet raken, waarna het belangrijkste symptoom irritatie van de anus is. Indien u “rijstkorrels” ziet in de ontlasting van uw hond: behandel dan meteen!
Omdat u bij een wormeninfectie niet altijd direct iets afwijkends aan uw huisdier ziet, wordt regelmatig ontwormen soms nog vergeten. Het is wel van groot belang om met de gevolgen van infecties voor uw huisdier en uw omgeving rekening te houden. Met name besmetting met spoelworm uit de omgeving vindt bij kleine kinderen makkelijk plaats. Voorkom daarom de uitscheiding van eitjes in de omgeving door regelmatig uw huisdier te ontwormen.
De Europese richtlijnen voor een goede ontworming van uw hond:
pups: 2, 4, 6, 8 weken leeftijd. Daarna maandelijks tot een leeftijd van 6 maanden. Vanaf 6 maanden leeftijd: 4x per jaar (elke 3 maanden) ontwormen.
