De oude hond
Wat is een oude hond? Er wordt wel eens gezegd dat één hondenjaar gelijk staat aan zeven mensenjaren. Dit gaat niet helemaal op. Kleine rassen worden vaak ouder dan grote rassen. Zo kan een Yorkshire Terriër wel 15 jaar worden, terwijl een Berner Sennenhond al stokoud is met 8 jaar.
De behoeftes van een oudere hond zijn anders dan die van een jonge hond. Een oudere hond heeft aangepaste beweging nodig en heeft andere voeding nodig. Er zijn een aantal zaken waar u rekening mee moet houden:
- De nieren van oudere honden kunnen verminderde functie hebben. In de praktijk betekent dit dat deze honden meer kunnen gaan drinken en plassen en gaan afvallen. In een later stadium kunnen er ook symptomen als verminderde eetlust en/of braken de kop opsteken. Voor deze aandoening is geen genezing mogelijk. Wel kunnen we, door het probleem op tijd te onderkennen, het leven verlengen en de kwaliteit van leven verbeteren. Dit kan door voeding te gaan geven speciaal voor oudere dieren, of zelfs (in een later stadium) voeding die speciaal voor nierpatiënten gegeven kan worden.
- Oude dieren hebben ook oude gewrichten. Vaak is het zo dat de gewrichten een slijtageslag hebben geleverd en er op meerdere plekken arthrose te vinden is. Honden laten deze pijn meestal niet goed zien, aangezien het roedeldieren zijn. En in een roedel geldt de keiharde wet van de overleving van de sterksten. Op het moment dat dieren kreupel gaan lopen, is het proces vaak al ver gevorderd. Het is daarom belangrijk om uw seniore viervoeter op tijd hierop te laten controleren. Er zijn namelijk meerdere manieren om dit proces te vertragen en het ongemak te verminderen.
- Het gewicht. Het is belangrijk dat uw hond niet te zwaar is. Dit is echter nog belangrijker bij uw oudere hond. Bedenk namelijk dat de oude gewrichten dat gewicht moeten dragen en dat het oude hart het bloed door al die kilo’s rond moet pompen.
